Nieuwe wielen uitvinden
Het grote voordeel van vele jaren ervaring als illustrator is dat je snel kunt inspelen op de wensen van je opdrachtgever en je doelgroep. Door de jaren heen ontwikkel je of ontdek je bepaalde ‘handigheidjes’ die je helpen om heel vlot een goede schets op papier te zetten en om in korte tijd tot een kwalitatief goed eindresultaat te komen. Je hoeft het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden bij iedere nieuwe opdracht. (En eerlijk is eerlijk: Veel illustratie opdrachten zijn erg krap gebudgetteerd, dus eindeloos nieuwe versies maken kun je jezelf niet permitteren)
Als ik bijvoorbeeld voor een tijdschrift voor kleuters teken, komen er altijd een bepaald type gezichtjes uit mijn potlood met kleine neusjes en ver uit elkaar staande ogen. Of, zo maak ik in veel illustraties graag gebruik van dessins of fotomateriaal om tekeningen een realistische textuur te geven. Het combineren van getekende lijnen en beeldmateriaal vind ik niet alleen superleuk om te doen, het geeft een illustratie gelijk een levendig effect. Dit soort handigheidjes zijn uiteraard een belangrijk onderdeel van je stijlkenmerken. Jouw eigen specifieke beeldtaal maakt dat je werk herkend wordt als zijnde ‘van jou’: “Dat is een échte Moon illustratie!”. Vooral ook opdrachtgevers vinden het prettig om jouw specifieke stijl te kennen, zodat ze weten wat ze ongeveer kunnen verwachten als ze je een opdracht aanbieden.
Maar soms dan ben ik mijn handigheidjes ineens helemaal beu. Dan teken ik het zoveelste gezichtje op papier en denk: “Hee, jou ken ik al! Jou heb ik vandaag al 20 keer eerder getekend!”. En dan weet ik dat het tijd is om iets totáál anders te gaan creëren.
Dan wordt het hoog tijd om nieuwe wielen uit te vinden.
Ik bedoel niet dat het roer totaal om, en de handigheidjes overboord gegooid moeten worden. Het is niet zo dat je op zoek moet naar een totaal nieuwe stijl. Nee zeer zeker niet! Maar het is zóóó belangrijk om jezelf te blijven uitdagen en ontwikkelen.
Ik denk dan altijd terug aan mijn academietijd. Van de docenten beeldende vakken kreeg je een vreselijk vage opdracht of een thema waar je ‘iets mee moest doen’. Of je kreeg een beperking opgelegd: je mocht alleen één bepaald materiaal gebruiken, of je moest persé stukken uit je zojuist geschilderde vellen gaan knippen. Elke keer opnieuw werden we door de docent uit onze comfort-zone gehaald, en ik kon daar best opstandig van worden. “Ik ga toch niet de schaar zetten in wat ik zojuist heb geschilderd?!”. Waarop de docent met een lichtelijk arrogante grijns antwoordde: “Waarom niet? Probeer het maar. En goed kijken!”.
Kijken. Het aller-aller-belangrijkste voor iedere kunstenaar, illustrator, vormgever.
Kijken naar alles om je heen. Kijken naar vormen, restvormen, lijnen, kleuren, verhoudingen. Wat zie je nou echt? En kun je het ook anders zien? Maar vervolgens ook kijken naar datgene wat je op papier zet. Wat vertelt het. Wat wil jíj vertellen? Wat is interessant, en waarom dan?
Met tegenzin zette ik de schaar in het vel papier waar ik de dag ervoor geabstraheerde boomvormen op had geschilderd met acrylverf. Al knippend begon ik er stiekem lol in te krijgen, en begon me het doel van de opdracht duidelijk te worden. Met de schaar volgde ik lijnen die ik de dag ervoor secuur met mijn kwast had geschilderd. Het volgende moment knipte ik er dwars door heen. Ik keek niet meer naar het totaalbeeld, maar ging op zoek naar díe delen in mijn schildering die interessant waren. Omdat de kleuren op een mooie manier vermengd waren. Of omdat er een prachtige textuur was ontstaan in de verf. Of, omdat er door het wegknippen een bijzondere vorm was ontstaan. Zo selecteerde ik alle stukken verf en papier die ik de moeite waard vond. Alles wat oninteressant bleek, gooide ik weg. Deze opdracht dwong me om op een andere, nieuwe manier te kijken. Ik leerde dat door even buiten je box te denken, even iets totaal onverwachts te doen, dat dat heel verrassende beelden kan opleveren.
Alle mooie overgebleven fraaie elementen rangschikte ik op een nieuw vel papier en zo ontstond een totaal nieuw en spannend beeld. Oprecht verwonderd was ik over wat ik had gemaakt. De docent grijnsde nog steeds arrogant. En gaf me een goedkeurend knikje.
Door even buiten de platgetreden paden te lopen ontdek je nieuwe dingen, die je misschien anders nooit had ontdekt. Dat kan nieuwe techniek zijn, of nieuwe beeldtaal. Die ontdekkingen neem je vervolgens mee in je werk. Het is belangrijk om te blijven experimenteren, om naast opdrachten ook vrij werk te blijven maken en te blijven groeien in je artistieke proces. En wat denk ik wel het belangrijkste is: enthousiast blijven over alles wat je maakt.
Dus hup. Knip. Scheur. Plak. Schilder. Kras. Ontdek. Gooi weg. Speel. Creëer!
Never stop creating.
Meer over dit onderwerp:
Publicatie: 04-01-2017Naar het overzicht